Schriftstudies.tk
Exodus 24 – Voorglimp opname

Exodus 9-19-24

 

Attentie: In deze studie wordt vooral volgens het gematriabeginsel geredeneerd.

 

Ex 9:8

Daarna zei YHWH tot Mozes en Aäron: Neemt jullie beide handen vol roet uit een kalkoven, en Mozes moet het voor de ogen van Farao naar de hemel opgooien. 

3494

Ex 9:9

En het moet tot fijn stof worden over het gehele land Egypte, en het moet op mens en dier in het gehele land Egypte tot zweren worden die met blaren uitbreken.

3273

Ex 9:10

Zij namen dus het roet van een kalkoven en gingen voor Farao staan, en Mozes gooide het op naar de hemel en het werd tot zweren met blaren, die op mens en dier uitbraken. 

 

In Op 16:1-2 lezen we over de tegenhanger van die ‘plaag’ in de Eindtijd >>

 

En ik hoorde een luide stem uit het tempelheiligdom zeggen tot de zeven engelen: Gaat heen en giet de zeven schalen van de toorn Gods uit naar de aarde. En de eerste ging heen en goot zijn schaal uit naar de aarde en er kwam een lelijke en kwaadaardige zweer op de mensen die het merkteken van het Beest hebben en die zijn Beeld aanbidden.

 

GW 4481 is ook die van Lk 2:3 >>

 

En allen gingen op weg om ingeschreven te worden, ieder naar zijn eigen stad.

 

[Nu ging ook Jozef op van Galilea uit stad Nazareth naar Judea, naar stad van David die Beth-Lechem wordt genoemd, omdat hij uit het Huis en de familie van David was, om ingeschreven te worden samen met Mariam].

 

 

4481

Ex 9:11

En de magiërs konden tengevolge van de zweren niet voor Mozes blijven staan, want de zweren waren over de magiërs en over alle Egyptenaren gekomen.

2787

 

GW 14035 ≈≈ Mt 13:41 >>

40 … zo zal het ook gaan in de voleinding der eeuw. 41 >> De Mensenzoon zal zijn engelen uitzenden en zij zullen alle dingen die aanleiding tot struikelen geven en degenen die wetteloosheid bedrijven, uit zijn koninkrijk verzamelen.

 

En eveneens Rm 8:29 >> Want hen die hij tevoren kende, bestemde hij ook tevoren [tot] gelijke gedaante van het beeld van zijn Zoon, opdat hij eerstgeborene zou zijn onder vele broeders.

 

 

Ex 19:1

In de derde maand nadat de zonen van Israël uit het land Egypte waren getrokken, op dezelfde dag, kwamen zij in de wildernis van Sinaï.  

 

Vanouds wordt in Israël deze dag in verband gebracht met het feest van Shavuot (Pinksteren).

3264

Ex 19:2

Zij dan braken op uit Rafidim en kwamen in de wildernis van Sinaï en legerden zich in de wildernis; en Israël legerde zich daar voorts tegenover de berg. 

2487

Ex 19:3

En Mozes klom op tot de God, en toen riep YHWH tot hem van de berg en zei: Dit moet je tot het Huis van Jakob zeggen en aan de zonen van Israël meedelen:

3885

 

GW 9636 ≈≈ Lk 19:12 >> Hij zei dan: Een zeker mens van edele afkomst reisde [tien dagen vóór Shavuot in 33 AD] naar een ver land om voor zich een koninkrijk in ontvangst te nemen en terug te keren.

 

Ex 19:3

En Mozes klom op tot de God, en toen riep YHWH tot hem van de berg en zei: Dit moet je tot het Huis van Jakob zeggen en aan de zonen van Israël meedelen:

3885

Ex 19:4

Jullie hebben zelf gezien wat ik de Egyptenaren gedaan heb, om jullie op arendsvleugels te kunnen dragen en tot mij te brengen.

4934

Ex 19:5

Nu dan, indien jullie mijn stem strikt zullen gehoorzamen en mijn verbond inderdaad zullen onderhouden, dan zullen jullie stellig uit alle volken mijn speciale bezit worden,  want de gehele aarde behoort mij toe.

5185

Ex 19:6

En jullie zullen mij een koninkrijk van priesters en een heilige natie worden. Dit zijn de woorden die je tot de zonen van Israël moet spreken.

4036

 

GW 18040 ≈≈ Mt 17:25 >> Hij zei: Ja. Maar toen hij het huis binnenging, was Yeshua hem vóór en zei: Wat denk jij ervan, Simon? Van wie ontvangen de koningen der aarde rechten of hoofdgeld? Van hun zonen of van de vreemden.

 

Exodus 24

Voorglimp Opname (?)

 

 

Ex 24:9

Toen klommen Mozes en Aäron, Nadab en Abihu en zeventig van de oudsten van Israël naar boven,  

 

1986 jaar, gerekend vanaf 4037 AM [33/34 AD], leidt tot 6023 AM (2019/2020 AD).

Zie ook andere betekenisvolle vv met GW 1986.

 

1986

Ex 24:10

en ten slotte zagen zij de God van Israël. En onder zijn voeten was iets als een werk van saffieren vloertegels en als de hemel zelf wat zuiverheid betreft.

 

Het visionaire tafereel doet denken aan Openbaring 4.

 

4411

Ex 24:11

En hij stak zijn hand niet uit tegen de aanzienlijken van de zonen van Israël, maar zij kregen een visioen van de God en aten en dronken.

 

2494

 

GW 8891 ≈≈ 2Kr 27:5 >> En hijzelf [de goede koning Jotham; die bleef doen wat recht is in YHWH’s ogenstreed tegen de koning van de zonen van Ammon en hij bleek ten slotte sterker te zijn dan zij, zodat de zonen van Ammon hem dat jaar honderd talenten zilver en tienduizend kor-maten tarwe en tienduizend gerst gaven. Dit betaalden de zonen van Ammon hem, ook in het tweede en het derde jaar [dus drie jaar achtereen].

 

Ex 24:12

YHWH zei nu tot Mozes: Klim op tot mij op de berg en blijf daar, aangezien ik u de stenen tafelen wil geven en de wet en het gebod, die ik moet schrijven om hen te onderwijzen.

 

Volgens Lv 26:25 en Hs 8:14, vv met dezelfde GW 5583, zal het ontrouwe deel van Israël in de Eindtijd nog veel vergelding ontvangen van de zijde van YHWH (!)

 

5583

Ex 24:13

Derhalve stonden Mozes en zijn dienaar Jozua op en Mozes besteeg de berg van de God.

 

2632

 

GW 8215 ≈≈ Ef 6:11 >> Doet de volle wapenrusting Gods aan, om stand te kunnen houden tegen de listige daden van de Duivel.

 

Ex 24:13

Derhalve stonden Mozes en zijn dienaar Jozua op en Mozes besteeg de berg van de God.

 

2632

Ex 24:14

Maar tot de oudsten had hij gezegd: Wacht op deze plaats op ons totdat wij tot jullie terugkeren. En ziet! Aäron en Hur zijn bij jullie. Al wie een rechtszaak heeft, wende zich tot hen.

3441

 

GW 6073 ≈≈ Zc 12:10 >> En ik wil over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem de geest van gunst en smekingen uitstorten, en zij zullen stellig opzien naar degene die zij doorstaken, en zij zullen stellig over hem weeklagen zoals bij het geweeklaag over een enige [zoon]; en er zal een bittere jammerklacht over hem zijn zoals wanneer er een bittere jammerklacht is over de eerstgeboren [zoon].

 

Ex 24:15

Zo besteeg Mozes de berg, terwijl de wolk de berg bedekte. 

1584

Ex 24:16

YHWH’s heerlijkheid verbleef nu op de berg Sinaï en de wolk bedekte hem voorts zes dagen lang. Ten slotte riep hij op de zevende dag tot Mozes uit het midden van de wolk.

4050

Ex 24:17

En voor de ogen van de zonen van Israël was de aanblik van YHWH’s heerlijkheid als een verterend vuur op de top van de berg.

2568

 

GW 8202 ≈≈ Mt 24:33 >> Zo ook jullie, wanneer jullie al deze dingen zien, weet dan dat hij nabij is, voor de deur.