Johannes 3 en 7
In Johannes 3 lezen we het volgende over Nikodemus, destijds een lid van het Sanhedrin; dus iemand – zoals Yeshua beklemtoonde – een leraar in Israël:
Nu was er onder de Farizeeën een mens wiens naam Nikodemus was, een regeerder der Joden.
Deze kwam in de nacht bij hem en zei tot hem:
Rabbi, wij weten dat je van God bent gekomen als leraar, want niemand kan die
tekenen verrichten welke jij verricht, indien God niet met hem is.
Yeshua gaf hem ten antwoord: Voorwaar,
voorwaar, ik zeg je: Indien iemand niet van boven geboren wordt, kan hij het
koninkrijk Gods niet zien.
Nikodemus zei tot hem: Hoe kan een mens
geboren worden als hij oud is? Kan hij soms voor een tweede maal in de schoot
van zijn moeder gaan en geboren worden? Yeshua antwoordde: Voorwaar, voorwaar,
ik zeg je: Indien iemand niet uit water en geest wordt geboren, kan hij het
koninkrijk Gods niet binnengaan.
Yeshua vervolgde aldus >>
Wat uit het vlees is geboren, is vlees, en wat uit de
geest is geboren, is geest. |
||
Verwonder je niet dat ik tot je zei: Jullie moeten geboren worden van boven. |
GW 10042
≈≈ Hn 16:1 >> Zo kwam hij te Derbe
en ook te Lystra. En zie! daar
was een zekere discipel genaamd Timotheüs, de zoon van een gelovige Joodse
vrouw maar van een Griekse vader.
GW 13661 |
Vers |
De
wind blaast waarheen hij wil, en gij hoort zijn
geluid, maar gij weet niet vanwaar hij komt en waar hij heen gaat. Zo is een
ieder die uit de geest is geboren. |
|
Nu
is mijn ziel verontrust, en wat zal ik zeggen? Vader, red mij uit dit uur.
Niettemin ben ik juist hierom tot dit uur gekomen. |
|
en
vader der besnijdenis, niet alleen voor hen die uit besnijdenis zijn, maar
ook voor hen die ordelijk wandelen in de voetsporen van het geloof van onze
vader Abraham in zijn voorhuidsituatie. |
Nikodemus
gaf hem ten antwoord: Hoe kunnen deze dingen geschieden? |
||
Ten
antwoord zei Yeshua tot hem: Ben jij de leraar van Israël en weet niet deze
dingen? GW 8028 is ook die van 2Ko 5:21 >> Hem die geen zonde kende, maakte hij voor
ons tot zonde, opdat wij Gods rechtvaardigheid zouden worden in
hem. |
GW 13556
≈≈ Lk 2:27 >> En hij [de
oude Simeon, behorend tot het toenmalige Joodse
Overblijfsel; de ‘stillen’ in Israël] kwam in de
geest de tempel binnen. En toen de ouders het jongetje
Yeshua binnenbrachten om naar het gebruik van de Wet betreffende hem te doen.
En 1Ko 4:9 >> Want het schijnt mij toe dat God ons, de apostelen, de minste plaats toewees als ten dode gedoemden, want wij werden een theaterschouwspel voor zowel de wereld, als voor engelen en mensen.
Voorwaar,
voorwaar, ik zeg je: Wij [kennelijk
betrekt Yeshua zijn leerlingen in zijn optreden]
spreken over wat wij weten en van wat wij hebben gezien leggen wij getuigenis
af, maar jullie [de Farizeeën als groep] nemen het getuigenis dat wij geven niet aan. |
||
Indien
ik tot jullie over aardse dingen sprak en jullie niet geloven, hoe
zullen jullie ooit geloven indien ik tot jullie over de hemelse
dingen zou spreken?
Ook Lk 10:3 heeft GW 8005
>> Gaat heen, zie, Ik zend jullie uit als
lammeren te midden van wolven. |
||
En
niemand is tot in de hemel opgestegen, dan hij die uit de hemel afdaalde, de
Mensenzoon. Conclusie? Alleen de Mensenzoon is echt in staat om over de hemelse
zaken zinnige dingen te zeggen! GW 11330 wordt ook 2x in Mattheüs aangetroffen: Mt 1:24 >> Toen ontwaakte Jozef uit zijn slaap en deed zoals de engel
van de Heer hem had voorgeschreven, en hij nam zijn vrouw mee naar huis. Mt 2:1 >> Nadat Yeshua in de dagen van koning Herodes te
Bethlehem in Judea geboren was, zie! magiërs uit oostelijke streken
kwamen naar Jeruzalem. |
||
En
zoals Mozes in de wildernis de slang omhoog hief, evenzo moet de Mensenzoon
omhoog geheven worden, |
||
opdat
een ieder die in hem gelooft, eeuwig leven mag hebben. Sinds Yeshua’s
komst in de wereld is dit de verzekering geworden voor allen die het
vertrouwen koesteren dat op grond van zijn zondeverzoenend offer er eeuwige
vooruitzichten zijn. 1Kr 28:8 – eveneens met GW 6381 –
laat ons daarentegen zien welke belofte koning David
destijds aan Israël voorhield wanneer zij op YHWH God vertrouwden >> Nu dan, ten aanschouwen van heel Israël, YHWH’s gemeente, en ten aanhoren van onze God: Onderhoudt
en doorvorst alle geboden van YHWH, jullie God, opdat jullie het
goede land mogen bezitten en het voor altijd als een erfenis op jullie zonen,
ná jullie, kunnen overdragen. |
||
Want
aldus had God de wereld lief dat hij zijn eniggeboren Zoon gaf, opdat
een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig
leven zou hebben.
|
||
Want
God zond de Zoon niet de wereld in opdat hij de wereld zou oordelen, maar
opdat de wereld door hem gered zou worden. GW 8953 is ook die van >> Mr 12:10 ≥ Hebben jullie deze schriftplaats nog nooit gelezen:
De steen die de bouwlieden hebben verworpen, is juist de hoofdhoeksteen
geworden. Lk 23:36 ≥ Zelfs de soldaten die naderbij kwamen dreven de spot met
hem, terwijl zij hem zure wijn aanboden. |
||
Hij
die geloof oefent in hem, wordt niet geoordeeld. Hij
die geen geloof oefent, is reeds geoordeeld, omdat
hij geen geloof heeft geoefend in de naam van de eniggeboren Zoon Gods. |
||
Dit
nu is het oordeel, dat het licht in de wereld kwam, en de mensen hadden de
duisternis meer lief dan het licht, want hun werken waren
goddeloos. |
||
Want
een ieder die verachtelijke dingen beoefent, haat het licht en komt niet tot
het licht, opdat zijn werken niet worden terechtgewezen. |
||
Maar
hij die de waarheid beoefent, komt tot het licht, opdat zijn werken openbaar
gemaakt worden aangezien ze in God werden verricht. |
Johannes 7
Na deze dingen nu bleef Jezus in Galilea rondwandelen, want hij wilde niet in Judea rondwandelen, omdat de Joden hem zochten te doden.
Hn 22:18 >> en zag hem, terwijl hij tot mij zei: Maak voort en ga vlug uit Jeruzalem, want zij zullen je getuigenis omtrent mij niet aanvaarden.
Hb 3:10 >> Veertig jaar; daarom kreeg ik een afkeer van dit geslacht en zei: ‘Altijd dwalen zij af met het hart; juist zij leerden mijn wegen niet kennen.
|
||||||||||||
Het feest der Joden, het
Loofhuttenfeest, was echter nabij. ην δε εγγυς η εορτη
των ιουδαιων
η σκηνοπηγια
Dn 8:1 >> In het derde jaar van het koningschap van koning Belsazar was er een visioen [mbt de Hellenistische Kleine Horen; de koning met bars gelaat] dat mij, ja mij, Daniël, verscheen, na dat wat mij in het begin verschenen was.
|
||||||||||||
Daarom zeiden zijn broers
tot hem: Vertrek van hier en ga naar Judea, opdat ook je leerlingen de werken
kunnen aanschouwen die jij doet. ειπον ουν προς αυτον
οι αδελφοι
αυτου μεταβηθι
εντευθεν και υπαγε
εις την
ιουδαιαν ινα και
οι μαθηται
σου θεωρησουσιν
σου τα
εργα α ποιεις
De vv 2 en 3 hebben tezamen een GW
van 15636
≈≈ Ks 2:5 >> Want al ben ik ook naar het vlees afwezig, in de geest ben
ik toch bij jullie, mij verheugend bij het zien van jullie orde en de
vastheid van jullie geloof in Messias.
|
||||||||||||
Want niemand doet iets in het geheim en zelf de openbaarheid zoekt. Indien jij deze dingen doet, maak je dan aan de wereld openbaar.
Hb 3:1 >> Dientengevolge, heilige broeders, deelgenoten ener hemelse roeping, beschouwt aandachtig de apostel en hogepriester van onze belijdenis, Jezus.
|
||||||||||||
Zijn broers oefenden in werkelijkheid geen geloof in hem.
|
||||||||||||
Daarom zei Jezus tot hen: Mijn bestemde tijd is er nog niet, maar jullie bestemde tijd is altijd gereed. 1Ko 9:21 >> Voor hen zonder wet als zonder wet, hoewel ik niet zonder
wet ben van God maar binnen de wet van [de] Messias, opdat ik hen zonder wet zou winnen.
|
||||||||||||
De wereld heeft geen
reden jullie te haten, maar ze haat mij, omdat ik getuigenis
betreffende haar afleg dat haar werken goddeloos zijn. Mt 5:11 >> Gelukkig
zijn jullie wanneer men jullie smaadt en vervolgt en
liegende allerlei kwaad tegen jullie spreekt ter wille van mij. Lk 6:6 >> Het geschiedde
nu op een andere sabbat dat hij de synagoge binnenkwam en ging onderwijzen;
en daar was een mens wiens rechterhand verschrompeld
was.
|
||||||||||||
Gaan jullie maar op naar het feest; ik ga nog niet op naar dit feest, omdat mijn bestemde tijd nog niet volledig is gekomen.
|
||||||||||||
Nadat hij dan deze dingen tot hen had gezegd, bleef hij in Galilea.
|
||||||||||||
Toen echter zijn broers naar het feest waren opgegaan, ging hijzelf ook op, niet openlijk, maar als in het verborgen. De vv
9 en 10 ≈≈ GW 3571 + 10998 = 14569
>> Hn 18:26 >> En deze begon vrijmoedig in de synagoge te spreken. Toen Priskilla en Akulas hem
hoorden, namen zij hem in hun gezelschap op en legden hem de weg van God
juister uit. Hn 23:20 >> Hij zei: De
Joden zijn overeengekomen u te verzoeken Paulus morgen naar het Sanhedrin te
brengen, als was het hun bedoeling het een en ander nauwkeuriger omtrent hem te vernemen. |
||||||||||||
De Joden gingen
hem daarom op het feest zoeken en zeiden: Waar is die [man]?
De
vv10 en 11 ≈≈ GW 16369
>> Op 10:1 >> En ik zag een andere sterke engel
neerdalen uit de hemel, getooid met een wolk, en de regenboog op zijn hoofd,
en zijn gelaat als de zon, en zijn voeten als
vuurzuilen. Zie
het commentaar bij Op
10:1-2. Betekent dit dat er een
verband bestaat tussen het Loofhuttenfeest en de Opname van Yeshua’s Gemeentelichaam? |
||||||||||||
En er werd op gedempte toon veel
over hem gesproken onder de menigten. Sommigen zeiden: Hij is een goed mens.
Anderen zeiden: Dat is hij niet, maar hij misleidt de menigte. De vv 11 en 12 ≈≈ GW 14034 >> Hb 5:1 >> Want elke hogepriester die uit mensen wordt genomen, wordt ten behoeve van mensen aangesteld in de dingen die God betreffen, om zowel gaven als slachtoffers voor zonden op te dragen. |
||||||||||||
Niemand sprak natuurlijk in
het openbaar over hem, uit vrees voor de Joden.
|
||||||||||||
Toen nu het feest reeds half voorbij was, begaf Jezus zich naar de tempel en
ging er onderwijzen. Ook Js
44:8 >> Hebt geen angst en
staat niet verstomd. Heb ik jullie niet van die tijd af ieder afzonderlijk
doen horen en aangekondigd? En jullie zijn mijn getuigen. Bestaat er een
God buiten mij? Neen,
er is geen Rots. Ik heb er geen erkend. En Hb
12:6 >> Want hem die de Heer liefheeft, onderricht hij streng; ja,
hij geselt iedere zoon die hij verwelkomt. |
||||||||||||
De Joden dan verwonderden
zich en zeiden: Hoe kan deze man zo geleerd zijn, terwijl hij niet op de
scholen heeft gestudeerd? Ook
Zc 10:6 >> En ik wil
het Huis van Juda superieur maken, en het Huis van Jozef zal ik redden. En ik
wil hun een woonplaats geven, want ik wil hun barmhartigheid betonen. En zij
moeten worden gelijk degenen die ik niet verstoten had; want ik ben YHWH, hun
God, en ik zal hun antwoorden. En
Lk 2:28 >> [Simeon]
nam ook hij het in de armen en hij zegende God en
zei: [Nu laat gij, Meester, uw slaaf in vrede
gaan naar uw woord]. Alsook
Hn 13:9 >> Saulus, die ook
Paulus is, werd vervuld met heilige geest, keek hem strak aan. |
||||||||||||
Daarop antwoordde Yeshua hun
en zei: Wat ik leer, is niet van mij, maar behoort hem toe die mij heeft
gezonden. Mt 26:41 (en Mr 14:38)
>> Waakt en bidt voortdurend, opdat jullie niet in
verzoeking geraken. De geest is natuurlijk bereidwillig, maar het vlees is
zwak.
En Lk
1:72 >> Om barmhartigheid te betonen aan onze vaderen en zijn
heilig verbond indachtig te zijn. Alsook Lk 18:42 >> En Yeshua zei tot hem: Krijg het gezicht terug! Je geloof heeft je gered. De vv 15 en 16 hebben tezamen GW 12270
>> Jh 21:12 >> Yeshua zei tot hen:
Komt ontbijten. Geen der discipelen had de moed hem te vragen: Wie zijt gij? Want zij wisten dat
het de Heer was. |
||||||||||||
Indien iemand zijn wil wenst
te doen, zal hij betreffende deze leer weten of ze uit God is of dat ik
uit mijzelf spreek. Ook Mr
8:4 >> Zijn leerlingen antwoordden hem echter: Waar zal iemand op zo’n afgelegen plaats als hier broden vandaan kunnen halen
om deze mensen te verzadigen? |
||||||||||||
Wie uit zichzelf spreekt,
zoekt zijn eigen heerlijkheid; wie daarentegen de
heerlijkheid zoekt van degene die hem zond, die is waarachtig, en er is
geen onrechtvaardigheid in hem. Ook Mr
7:3 >> Want de Farizeeën en alle Joden eten niet zonder eerst hun
handen tot aan de elleboog te hebben gewassen, aangezien zij vasthouden aan
de overlevering van de mannen uit vroeger tijden. |
||||||||||||
Heeft
Mozes jullie niet de Wet gegeven? Maar niemand
van jullie gehoorzaamt de Wet. Waarom zoeken jullie mij te
doden? |
||||||||||||
De menigte antwoordde: Je
hebt een demon. Wie zoekt jou te doden? |
||||||||||||
Jezus gaf hun ten antwoord: Eén daad heb ik verricht en allen
staan jullie verwonderd. Ook
Zc 6:1 >> Toen sloeg
ik wederom mijn ogen op en zag; en zie! Er kwamen vier wagens van tussen twee
bergen vandaan, en de bergen waren koperbergen. De vv 20 en 21 tezamen is GW 8566
≈≈ 1Ko 3:12 >> Indien iemand nu op het fundament bouwt
― goud, zilver, kostbare stenen, houtsoorten, hooi, stro ― |
||||||||||||
Daarom gaf
Mozes jullie de besnijdenis — niet dat ze van Mozes afkomstig
is, want ze komt van de voorvaders — en jullie besnijden een mens
op een sabbat. |
||||||||||||
Als een mens op een sabbat
de besnijdenis ontvangt, opdat de wet van Mozes niet wordt overtreden, zijn
jullie dan hevig vertoornd op mij omdat ik op een sabbat een mens
volkomen gezond heb gemaakt? Ook
Hb 5:5 >> Zo óók de
Messias; hij verheerlijkte niet zichzelf om hogepriester te worden, maar hij die
tot hem sprak: Mijn zoon ben jij, ik heb je heden
verwekt. |
||||||||||||
Oordeelt niet langer naar
het uiterlijke aanzien, maar velt een rechtvaardig oordeel. Ook
Js 19:24 >> Op die dag zal Israël de derde worden met Egypte en met
Assyrië, namelijk een zegen in het midden der aarde. En
Mr 13:37 >> Wat ik echter
tot jullie zeg, zeg ik tot
allen: Waakt voortdurend. |
||||||||||||
Toen zeiden sommigen van de
inwoners van Jeruzalem: Is dit niet de man die zij zoeken te doden? Ook
Rc 4:21 >> Jaël, de vrouw van Heber, nam nu een tentpin en greep de hamer in haar hand.
Toen ging zij stilletjes naar hem toe en dreef de pin door
zijn slapen en
sloeg ze in de grond, terwijl hij vast sliep en afgemat was. Zo stierf hij. En
Lk 1:48 >> Omdat hij
neerzag op de nederige staat van zijn slavin. Want zie, van nu af zullen alle
geslachten mij gelukkig noemen. Alsook
Lk 23:31 >> Hun ogen
dan werden volledig geopend en zij herkenden hem; en hij werd onzichtbaar
voor hen. |
||||||||||||
En zie nu eens, hij staat in
het openbaar te spreken, en zij zeggen hem niets. Zouden de regeerders soms
met zekerheid te weten zijn gekomen dat dit de Masjiach is? Ook
2Pt 1:18 >> En wij hebben dit geluid uit de
hemel overgebracht horen worden, toen wij met hem op de heilige berg waren. |
||||||||||||
Wij weten daarentegen
waar deze man vandaan is. Wanneer echter de Masjiach komt, zal niemand weten
waar hij vandaan komt.
|
||||||||||||
Daarom riep Yeshua, terwijl
hij in de tempel onderwees, uit en zei: Jullie kennen mij en ook weten
jullie waar ik vandaan ben. Bovendien ben ik niet uit eigen beweging
gekomen, maar hij die mij gezonden heeft, bestaat werkelijk, en jullie
kennen hem niet. Ook
Mt 15:2 >> Waarom
overtreden uw discipelen de overlevering van de mannen uit vroeger
tijden? Zij wassen bijvoorbeeld hun handen niet vlak voordat zij een maaltijd
nuttigen. |
||||||||||||
Ik ken hem, omdat ik een vertegenwoordiger
van hem ben, en Hij heeft mij uitgezonden. Ook
Nm 14:9 >> Weest alleen niet
weerspannig tegen YHWH; en jullie, vreest het volk van het land niet,
want zij zijn brood voor ons. Hun beschutting is van over hen geweken, en
YHWH is met ons. Vreest hen niet. En
1Sm 17:48 >> En het geschiedde dat de Filistijn zich verhief en kwam aanlopen en steeds
dichterbij kwam, David tegemoet, en David haastte zich nu en rende in de
richting van de gevechtslinie, de Filistijn
tegemoet. En
Js 41:14 >> Wees
niet bevreesd, gij
worm Jakob, jullie mannen van Israël. Ikzelf wil
u helpen, is de uitspraak van YHWH, ja, je Terugkoper, de Heilige
Israëls. Ook
Fp 2:18 >> Jullie
echter evenzo: verheugt je en verheugt je tezamen
met mij. |
||||||||||||
Zij zochten hem dan te grijpen,
maar niemand sloeg de hand aan hem, omdat zijn uur nog niet was
gekomen. |
||||||||||||
Toch stelden velen van de
menigte geloof in hem; en zij begonnen te zeggen: Wanneer de Masjiach gekomen
is, zal hij dan soms meer tekenen verrichten dan deze man heeft verricht? |
||||||||||||
De Farizeeën hoorden dat de
schare deze dingen over hem mompelde, en de overpriesters en de Farizeeën
zonden beambten uit om hem te grijpen. |
||||||||||||
Yeshua dan zei: Nog een
korte tijd blijf ik bij jullie en dan ga ik naar hem die mij heeft gezonden. |
||||||||||||
Jullie zullen mij zoeken,
maar jullie zullen mij niet vinden, en waar ik ben, kunnen
jullie niet komen. De
vv 33 en 34 hebben tezamen
GW 15399
≈≈ Mt 27:11 >> Yeshua stond nu
voor de stadhouder, en de stadhouder stelde hem de vraag: Zijt
gij de koning der Joden? Yeshua antwoordde: Gijzelf
zegt [het]. Alsook
Lk 24:19 >> En hij
zei tot hen: Wat voor dingen? Zij nu zeiden tot hem: De dingen betreffende
Jezus de Nazarener, een man die een profeet werd,
krachtig in werk en woord voor God en al het volk. |
||||||||||||
Daarom zeiden de Joden onder
elkaar: Waarheen is deze [man] van plan te gaan, zodat wij hem niet zullen vinden? Hij
is toch niet van plan naar de [Joden]
te gaan die onder de Grieken verstrooid zijn en de Grieken te
onderwijzen? De
vv 34 en 35 tezamen hebben
GW 21536
≈≈ Op 19:6 >> En ik hoorde als een
stem van een talrijke menigte en als een geluid van vele wateren en als een
geluid van machtige donderslagen, zeggend: Looft Jah!
Want de Heer onze God, de Almachtige, ging als koning regeren. |
||||||||||||
Wat betekent dit gezegde,
dat hij zei: Jullie zullen mij zoeken, maar jullie zullen mij niet
vinden, en waar ik ben, kunnen jullie niet komen? Ook
Mr 15:45 >> Nadat hij dus
door de legeroverste op de hoogte was gebracht, stond hij het lijk aan Jozef af. |
||||||||||||
Op de laatste dag nu, de
grote dag van het feest, stond Yeshua daar, en hij riep uit en zei: Indien
iemand dorst heeft, hij kome tot mij en drinke. De GW van dit vers –
gecorrigeerd volgens de P66 – zou moeten uitkomen op 10733;
een GW die ook behoort bij
|
||||||||||||
Wie geloof in mij stelt, zoals de Schrift heeft gezegd: Uit
zijn binnenste zullen stromen van levend water vloeien. Ef 3:10 heeft ook GW 10433 >> Opdat thans
[d.i. tijdens het gehele aeon van de Gemeente] aan de overheden en gezagsdragers in de hemelsferen door
de Gemeente de rijkgeschakeerde wijsheid Gods bekendgemaakt zou worden. |
||||||||||||
Hij zei dit echter
betreffende de geest, welke zij die geloof in hem stelden, weldra zouden
ontvangen; want er was nog geen geest, omdat Yeshua nog niet was
verheerlijkt. |
||||||||||||
Daarom zeiden toen sommigen
van de menigte, die deze woorden hoorden: Dit is waarlijk de Profeet. Ook Mt
24:5 >> Want velen zullen komen op basis van mijn naam en zeggen:
Ik ben de Masjiach, en zij zullen velen misleiden. En Lk 20:27 >> Toen kwamen enigen der Sadduceeën - die zeggen dat er geen opstanding is – naderbij en ondervroegen hem. |
||||||||||||
Anderen zeiden: Dit is de
Masjiach. Maar sommigen zeiden: De Masjiach komt toch feitelijk
niet uit Galilea? |
||||||||||||
Heeft de Schrift niet gezegd
dat de Masjiach uit het zaad van David komt, en uit Beth
Lechem, het dorp waar David verbleef? |
||||||||||||
Daarom ontstond er onder de
menigte verdeeldheid over hem. Ook Ez 16:8 heeft GW 5519 >> Toen kwam ik
voorbij je en kreeg je te zien, en zie! Jouw tijd was
de tijd voor liefkozingen. Bijgevolg spreidde ik toen mijn
slip over je uit en bedekte je naaktheid en deed je een eed en trad met je in
een verbond, luidt het woord van de Heer YHWH, en zo werd jij de mijne. |
||||||||||||
Sommigen van hen echter
wilden hem grijpen, maar niemand sloeg de hand aan hem. |
||||||||||||
De beambten gingen daarom
naar de overpriesters en Farizeeën terug, en de laatsten
zeiden tot hen: Waarom hebben jullie hem niet meegebracht? Ook 2Pt 1:10
>> Daarom,
broeders, beijvert je des te meer om jullie roeping en uitverkiezing vast te
maken; want door dit te doen zult gij beslist nooit
struikelen. |
||||||||||||
De beambten antwoordden: Nooit
heeft iemand op deze wijze gesproken. |
||||||||||||
Waarop de Farizeeën
antwoordden: Zijn jullie soms ook misleid? De vv 46 en 47 samen hebben GW 13400 ≈≈ Lk 23:48 >> En al de menigten die waren samengekomen voor dit schouwspel, keerden, toen zij de dingen hadden aanschouwd die geschied waren, terug terwijl zij zich op de borst sloegen. |
||||||||||||
Heeft soms een van de
regeerders of van de Farizeeën geloof in hem gesteld? Ook Jh 6:57 >> Evenals de levende Vader
mij uitzond en ik leef vanwege de Vader, zo ook hij die zich met mij voedt,
ja ook hij zal leven vanwege mij. En 1Jh 4:5 >> Zij zijn uit de
wereld; daarom spreken zij uit de wereld, en de wereld hoort hen. |
||||||||||||
Maar deze menigte, die de
Wet niet kent, vervloekt zijn zij. Ook Zc 8:3 >> Dit heeft YHWH gezegd: Ik wil naar Sion
terugkeren en in het midden van Jeruzalem verblijven; en Jeruzalem zal stellig
de stad van waarachtigheid worden genoemd, en de berg van YHWH der
legerscharen, de heilige berg. |
||||||||||||
Nikodemus, die bij een
vroegere gelegenheid bij hem was gekomen en die een van hen was, zei tot hen: Ook Rm
6:21 >> Wat voor vrucht
dan hadden jullie toen van de dingen waarover jullie
je nu schamen? Immers, het einde daarvan [is] dood. |
||||||||||||
Onze wet oordeelt een mens
toch niet zonder hem eerst te hebben gehoord en te hebben vernomen wat
hij doet? Ook Hb 7:19 >> Want de Wet
bracht niets tot volmaaktheid. Anderzijds een invoering van een betere hoop,
waardoor wij tot God naderen. |
||||||||||||
Zij gaven hem ten antwoord: Ben
jij soms ook uit Galilea? Onderzoek en zie dat uit Galilea geen enkele profeet wordt verwekt. |
||||||||||||
Toen ging een ieder van hen
naar zijn huis. De vv 52 en 53 tezamen
hebben GW 11612
≈≈ 1Ko 10:11 >> Die dingen nu bleven hun als
voorbeelden overkomen, maar werden opgetekend ter vermaning van ons tot wie
de einden der eeuwen gekomen zijn. |
Andere
vermeldingen van het Loofhuttenfeest
Het
Loofhuttenfeest dient gij u zeven dagen te vieren
wanneer gij inzameling houdt van uw dorsvloer en uw olie- en
wijnpers. |
||
En gij
moet u verheugen gedurende uw feest, gij en uw zoon en uw dochter en uw slaaf
en uw slavin en de Leviet en de inwonende vreemdeling en de vaderloze jongen
en de weduwe die binnen uw poorten zijn. |
||
Zeven dagen zult gij het feest vieren voor YHWH, uw God, op de plaats
die YHWH zal uitkiezen, want YHWH, uw God, zal u zegenen in al uw
opbrengst en in al het werk van uw hand, en gij moet alleen maar
verheugd worden. |
GW 12005
≈≈ Hn 4:36 >> Zo bezat Jozef,
die van de apostelen de bijnaam Barnabas had gekregen — hetgeen vertaald betekent: Zoon van vertroosting — een
Leviet, van geboorte uit Cyprus [een stuk land].
Maar op de achtste dag hielden zij een plechtige
vergadering, want de inwijding van het altaar hadden zij zeven dagen lang
gevierd en het feest zeven dagen. GW 4337 is ook die van Rm
1:6 >> Onder
wie [de Heidenvolken] ook jullie zijn
geroepenen van Yeshua Masjiach. |
||
En op de drieëntwintigste dag van de zevende maand zond
hij het volk heen naar hun huizen, verheugd en vrolijk van hart om het goede
dat YHWH jegens David en jegens Salomo en jegens
zijn volk Israël had verricht. GW
5689 wordt ook aangetroffen in Ez 38:22 >> En ik wil zelf met hem in het gericht treden, met
pestilentie en met bloed; en een overstromende stortregen en hagelstenen,
vuur en zwavel zal ik laten neerregenen op hem en
op zijn krijgsbenden en op de vele volken die met hem zullen zijn. |
GW 10026
≈≈ Mt 26:38 >> [14 Nisan 33 AD] Toen zei hij tot hen:
Mijn ziel is diepbedroefd, ja, tot de dood toe. Blijft hier en waakt met mij.
Nehemia 8:14-18 is bijzonder door de vermelding dat in de dagen van Nehemia een bijzonder Loofhuttenfeest werd gevierd >>
Toen vonden zij in de wet
die YHWH door bemiddeling van Mozes had geboden, geschreven dat de zonen
van Israël tijdens het feest in de zevende maand in loofhutten moesten wonen, |
||
en dat zij een proclamatie moesten uitvaardigen en in al hun steden
en in Jeruzalem een oproep moesten laten rondgaan, die luidde: Trekt uit
naar het bergland en haalt olijfbladeren en de bladeren van
oliehoudende bomen en mirtebladeren en palmbladeren
en de bladeren van wijdvertakte bomen, om loofhutten te maken, naar hetgeen
geschreven staat. De
GW van de vv 14 en 15 tezamen
is 12439
≈≈ Hb 1:5 >> Want tot wie van de engelen heeft hij ooit gezegd: Jij
bent mijn Zoon, ik heb je heden verwekt? En wederom: Ik zal hem tot Vader
zijn, en hij zal mij tot Zoon zijn? |
||
Toen trok
het volk uit en haalde [ze] en maakte zich loofhutten, ieder op zijn eigen
dak en op hun binnenplaatsen en in de voorhoven van het Huis van de
[ware] God en op het openbare
plein van de Waterpoort en op het openbare plein van de Efraïmpoort. De
GW 5629 is ook die van 1Ko 15:7, het hoofdstuk van de opstanding >> Vervolgens verscheen hij aan Jakobus, daarna aan al de
apostelen. |
||
Zo maakte de gehele Gemeente
van hen die uit de gevangenschap waren teruggekomen loofhutten, en zij gingen
in de loofhutten wonen; want de zonen van Israël hadden zo niet gedaan sinds
de dagen van Jozua, de zoon van Nun, tot op
die dag, zodat er een zeer uitbundig vreugdebetoon ontstond. De
GW van de vv 16 en 17 tezamen
is 11046
≈≈ Jh 18:19 >> De overpriester dan ondervroeg
Yeshua over zijn discipelen en over zijn leer. |
||
En dag aan dag werd er voorgelezen
uit het boek van de wet van de [ware] God,
van de eerste dag tot de laatste dag; en zij bleven het feest zeven dagen
vieren, en op de achtste dag was er een plechtige vergadering, overeenkomstig de regel. De
GW 5951 is ook die van Hn 9:42 >> Dit [de opstanding van Dorkas
(Tabitha) door Petrus] werd
in heel Joppe bekend en velen werden gelovigen in de Heer. Tabitha / Dorkas Resp GW
323 en 395. Verschil 72. Telt men 72 bij 5951 dan arriveren we
in 6023
AM. De vv 16, 17 en 18 hebben tezamen GW 16997 ≈≈ Ks 4:12 >> Jullie groet Epafras, die uit jullie midden is, een slaaf van Masjiach Yeshua, die zich altijd voor jullie inspant in de gebeden, opdat jullie mogen vaststaan in heel Gods wil, volmaakt en volledig overtuigd. |
Het jaar 6023 AM keert ook terug in de gematria van Exodus 40 >>
Dan moet gij
Aäron en zijn zonen doen naderen tot de ingang van de tent der samenkomst en
hen met water wassen. De GW 3757, gevoegd bij
2266 [De
tijdrekening vanaf Jakob Israël] leidt tot 6023 AM. |
||
En gij
moet Aäron bekleden met de heilige klederen en hem zalven en hem
heiligen, en aldus moet hij mij als priester dienen. |
GW 8485
≈≈ Lk 13:33 >> Doch ik moet vandaag en morgen en de volgende
[dag] verder reizen, want het is ontoelaatbaar dat
een profeet wordt omgebracht buiten Jeruzalem.
Yeshua is de tegenbeeldige Aäron; zijn zonen de leden van Yeshua’s priesterlijke Gemeente.
Daarna zult gij zijn zonen doen
naderen en gij moet hen bekleden met lange gewaden. |
||
En gij moet hen zalven, net
zoals gij hun vader hebt gezalfd, en aldus moeten zij mij als priesters
dienen, en hun zalving moet hun voortdurend dienen tot een priesterschap voor
onbepaalde tijd in hun geslachten. |
GW 9350 ≈≈ Ef 4:8 >> Daarom zegt hij: Toen hij naar de hoogte opsteeg heeft hij de gevangenschap gevangen genomen; hij gaf geschenken aan de mensen.
De apostel baseert zich op Psalm 68:19 >> Gij zijt in de hoogte opgestegen; gij hebt gevangenschap gevankelijk weggevoerd; gij hebt gaven ontvangen in mensen.
Toen YHWH Elohim destijds zijn volk Israël vanaf de Sinaï uiteindelijk het Beloofde land binnenleidde, moesten de vele vijanden van Israël overwonnen en tot gevangenen gemaakt worden. Vervolgens steeg YHWH op, als het ware hemelhoog, naar zijn verheven woning, het heiligdom op de Sionberg, daarbij de gevangenen als gaven voor Israël meevoerend. Naar analogie van dat beeld projecteert Paulus de details op de Masjiach.
Toen Yeshua zelf ten hemel voer kon hij dat doen met de ‘resultaten’ van zijn offerdood.
De menselijke gevangenschaar die door Adam verkocht was onder de zonde en bijgevolg in een geestelijke gevangenschap aan de Duivel was geraakt, werd door het offer van zijn leven vrijgekocht (Rm 7:14; Ef 2:1-3; 2Tm 2:26).
Op die wijze nam hij de gevangenschap zelf gevangen. De Duivel stond machteloos.
-.-.-.-