Schriftstudies.tk
Numeri 13/14

Numeri 13/14

 

Nm 13:30 >> Toen trachtte Kaleb het volk tot bedaren te brengen tegenover Mozes, en hij zei vervolgens: „Laten wij direct optrekken, en wij zullen het stellig in bezit nemen, want wij kunnen het zeker overmeesteren.”  

 

Numeri 13:31-32

 

31 Maar de mannen die met hem opgetrokken waren, zeiden: „Wij zijn niet in staat tegen dat volk op te trekken, want het is sterker dan wij.”  

 

32 En zij bleven tegenover de zonen van Israël een slecht bericht uitbrengen over het land dat zij hadden verspied, door te zeggen: „Het land dat wij zijn doorgetrokken om het te verspieden, is een land dat zijn bewoners verslindt; en al het volk dat wij in het midden ervan hebben gezien, bestaat uit mannen van buitengewone afmetingen.

 

GW 31 en 32 >> 2494 + 8693 = 11187 >>

 

Mt 9:33 >> [32 Toen zij nu weggingen, zie! daar werd een stomme tot hem gebracht die door een demon bezeten was;]

33 en nadat de demon was uitgeworpen, sprak de stomme. De scharen dan stonden verbaasd en zeiden: „Nog nooit heeft men iets dergelijks in Israël gezien.”

Comm: Hiermee wordt getoond dat Kaleb gelijk had! Met de bovennatuurlijke hulp van YHWH Elohim - door zijn voormenselijke Zoon Yeshua – kon Israël zelfs dat reuzenvolk ‘overmeesteren’.

=============================================================================================================

Numeri 14:1-5

1 Toen verhief de gehele vergadering haar stem, en die hele nacht door liet het volk onophoudelijk zijn stem weerklinken en bleef het wenen.

2 En alle zonen van Israël gingen tegen Mozes en Aäron murmureren, en de gehele vergadering ging tegen hen zeggen: „Waren wij maar in het land Egypte gestorven, of waren wij maar gestorven in deze wildernis! 

3 En waarom brengt YHWH ons naar dit land om te vallen door het zwaard? Onze vrouwen en onze kleinen zullen tot plundering worden. Is het niet beter dat wij terugkeren naar Egypte?  [D.i. in tegenbeeld >> de wereld]

4 Zij gingen zelfs zo ver dat zij tot elkaar zeiden: „Laten wij een hoofd aanstellen en naar Egy̱pte terugkeren!”

5 Toen vielen Mozes en Aäron op hun aangezicht voor de gehele gemeente van de vergadering der zonen van Israël.   

 

GW 1 tm 5 = 2143 + 4044 + 3234 + 2390 + 2450 = 14261 >>

1.) Lk 9:45   >> Doch zij begrepen dit woord [dat de Mensenzoon overgeleverd moest worden aan de dood] niet, ja, het was voor hen verborgen, zodat zij het niet zouden vatten. En zij waren bevreesd hem over deze uitspraak een vraag te stellen.

2.) 1Ko 3:19 >> Want de wijsheid van deze wereld is dwaasheid bij God; er staat namelijk geschreven: Die de wijzen vangt in hun sluwheid.